kijk/download de natuurwandeling in PDF

Sinds 1995 wordt hier natuurvriendelijk getuinierd, en sinds 2013 behoren we tot de meest natuurvriendelijke tuinparken van Nederland.

Natuurlijk tuinieren betekent: mét de natuur, niet ertegenin. We kiezen voor een gezonde bodem vol leven, planten die passen bij de plek, en een tuin waar ruimte is voor insecten, vogels en kleine dieren.

Zonder kunstmest of gif creëren we kleurrijke, biodiverse tuinen die het hele jaar iets te bieden hebben – voor mens én dier. Ook gebruiken we biologische zaden en planten, composteren we zelf, en geven we de bodem rust en voeding met mulch en organische materialen.

Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel logisch: wie goed zorgt voor de natuur, krijgt daar een prachtige, levendige tuin voor terug. Vol bloemen, groenten, gezoem en gezang.

In deze wandeling nemen we je mee naar de mooiste natuurlijke plekjes van ons park.

Heel veel wandelplezier gewenst en geniet van ons mooie park!

Over de natuurwandeling

De wandeling start en eindigt bij de hoofdingang en is ongeveer 1,75 kilometer lang. Navigatie-instructies herken je aan de 📍.

Aan het eind vind je een GPX-bestand met de route op de platteground

📍 Start: HOOFDINGANG – IBISSINGEL
Je komt binnen bij de hoofdingang aan de Buitensingel 2, Amsterdam-Duivendrecht. Zodra je binnen bent, sla je direct linksaf, de Ibissingel op.

Als je binnenkomt zie je aan je linkerhand een stapelmuur met een houtstapel. In de holtes en spleten vinden kleine zoogdieren en insecten een veilig plekje om te schuilen of te nestelen. De beplanting is aangepast aan de arme grond die hier van nature voorkomt.

Een deel van de oever is verstevigd met perkoenpaaltjes die strak tegen elkaar zijn geplaatst, met daarachter worteldoek om de grond goed vast te houden.

📍 IBISSINGEL – Ga links, met de wilgenrand aan je linkerhand.

De knotwilgen op Tuinpark Dijkzicht worden om-en-om gesnoeid, het ene jaar de ene en de boom ernaast het jaar erna. Door knotwilgen om en om te snoeien blijft er altijd beschutting en voedsel beschikbaar voor vogels, insecten en andere dieren. Zo blijft de biodiversiteit in stand en voorkom je dat het hele leefgebied in één keer verdwijnt. Achter de Rododendron staat een van de imposante treurwilgen.

📍 IBISSINGEL – Vervolg het pad en ga op de hoek naar links op de Ibissingel.

Na de tweede grote treurwilg wandel je langs een hele rij knotwilgen. Tussen deze bomen groeien allerlei grassoorten, zuring, varens, valeriaan, gele lissen en zelfs af en toe een wilde orchis. Ook brandnetels hebben hier hun plek – en dat is goed nieuws voor vlinders als de kleine vos en dagpauwoog, die ze als waardplant gebruiken.

Links staan enkele fruitboompjes, waaronder een Japanse walnoot en een grote mispel. Ze vervangen vier Japanse sierkersen die helaas zijn bezweken aan de tondelzwam. In dit stuk staat ook een insectenhotel, waar het op zonnige dagen flink zoemt van de activiteit.

Midden op de overgang naar de middensingel kijk je rechts uit over een prachtige singel met natuurlijke oevers. Watervogels zoals meerkoeten voelen zich hier thuis, en soms zie je zelfs vissen in het heldere water. We maaien hier gefaseerd: dat betekent dat er steeds stukken lang gras blijven staan voor beschutting en voedsel. Bovendien maaien we in slingers – dat heet sinusmaaien – wat extra structuur en variatie biedt voor insecten.

Links is de overgang verrijkt met een wal van stenen. Deze stenen zijn vrijgekomen bij graafwerkzaamheden en komen nu goed van pas als schuilplek voor kleine dieren. Je ziet ze nauwelijks meer, maar ze zijn er nog wel – verstopt onder het groen.

📍 Sla na de Middensingel weer linksaf de Ibissingel op.

In het voorjaar groeit hier langs de waterkant een brede strook vol sneeuwklokjes. Later in het jaar nemen grassen, wilgenroosjes en gele lissen het over. Na de eenzame sierkers zie je opnieuw een rij wilgen, met daartussen riet, koeienoog en lisdodde.

Aan je rechterhand, na huisje nummer 11, ligt een stukje tuin dat ooit begon als heidetuin, maar nu is omgevormd tot een sedumtuin. Bijen zijn er dol op! Daarom staan hier ook een paar bijenhokjes. De knotwilgen die hier om en om worden gesnoeid, bieden de bijen in het vroege voorjaar volop voedsel.

Na de grote hulstboom aan je linkerhand begint de Jetske Scheffrahn-tuin. Hier bloeien rododendrons, Japanse azalea’s en tuinazalea’s. Als het voorjaar op z’n eind loopt, barst deze tuin los in een uitbundig kleurenspektakel van felle tinten en pastels, met een rand vergeet-mij-nietjes langs het pad.

Tussen de bloemen liggen boomstammen waarin je soms gaatjes ziet van bijen en andere insecten. Die stammen vervangen we regelmatig. Langs de buitenrand groeien brandnetels, varens, wolfspoot en moerasspirea, die het zicht op het verkeer buiten het park verzachten.

Aan het einde van de Jetske Scheffrahn-tuin zie je links van het pad een deels verborgen stapel van stenen, hout en takken. Deze zogeheten droog/natte steenhoop biedt schuilplekken aan insecten en kleine zoogdieren. Verderop links staan twee bijenkasten.

Je loopt nu langs de boomgaard. Hier staan verschillende soorten appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen. De boomspiegels zijn ingeplant met bloemen die nuttige insecten aantrekken. Afgevallen fruit laten we vaak liggen: een traktatie voor vlinders.

Daarover gesproken: op meerdere plekken op ons park zie je lage bakjes met water en steentjes. Die zijn bedoeld als drinkplek voor vlinders – zo kunnen ze veilig landen zonder te verdrinken.

Na de bocht langs het water zie je rietsigaren. De oever is hier verstevigd met bossen wilgentenen. Kijk goed: tussen het riet groeien jonge uitlopers van de wilgentakken omhoog.

Na het laatste tuinhuisje zie je aan je rechterhand een smal graspad richting de Koekoekslaan. Dit pad is gefaseerd gemaaid, zodat insecten er het hele jaar terecht kunnen.

Ga dit graspad niet in, maar loop iets verder, rechts staat een bankje. Vanaf hier heb je uitzicht op de eetbare tuin waar tuinders zelf groenten, fruit, aardappelen en kruiden kunnen oogsten. Voor de tuin ligt een wadi: een ondiepe vijver die regenwater opvangt. Aan de overkant van het pad ligt nog een eetbare tuin.

Kijk je naar links, dan zie je een stuk wilde tuin met een grote wilg vol vogels, waaronder mezen en soms een boomklever. Tussen de kornoeljes groeien koekoeksbloem, fluitenkruid, zevenblad, wederik en longkruid. Grote boomstamstukken vormen de rand. Die laten we vergaan: een paradijs voor insecten en andere kleine dieren. Met een beetje geluk hoor je hier het geratel van een specht.

Aan het einde van dit pad, op de betonplaten, zie je links de uitgang richting de parkeerplaats, takkenwallen en composthoop met boerenhek. Hier kunnen tuinders hun groenafval kwijt én compost meenemen – gemaakt van datzelfde groenafval van vorig jaar!

Aan het einde van de Jetske Scheffrahn-tuin zie je links van het pad een deels verborgen stapel van stenen, hout en takken. Deze zogeheten droog/natte steenhoop biedt schuilplekken aan insecten en kleine zoogdieren. Verderop links staan twee bijenkasten.

Je loopt nu langs de boomgaard. Hier staan verschillende soorten appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen. De boomspiegels zijn ingeplant met bloemen die nuttige insecten aantrekken. Afgevallen fruit laten we vaak liggen: een traktatie voor vlinders.

Daarover gesproken: op meerdere plekken op ons park zie je lage bakjes met water en steentjes. Die zijn bedoeld als drinkplek voor vlinders – zo kunnen ze veilig landen zonder te verdrinken.

Na de bocht langs het water zie je rietsigaren. De oever is hier verstevigd met bossen wilgentenen. Kijk goed: tussen het riet groeien jonge uitlopers van de wilgentakken omhoog.

Na het laatste tuinhuisje zie je aan je rechterhand een smal graspad richting de Koekoekslaan. Dit pad is gefaseerd gemaaid, zodat insecten er het hele jaar terecht kunnen.

Ga dit graspad niet in, maar loop iets verder, rechts staat een bankje. Vanaf hier heb je uitzicht op de eetbare tuin waar tuinders zelf groenten, fruit, aardappelen en kruiden kunnen oogsten. Voor de tuin ligt een wadi: een ondiepe vijver die regenwater opvangt. Aan de overkant van het pad ligt nog een eetbare tuin.

Kijk je naar links, dan zie je een stuk wilde tuin met een grote wilg vol vogels, waaronder mezen en soms een boomklever. Tussen de kornoeljes groeien koekoeksbloem, fluitenkruid, zevenblad, wederik en longkruid. Grote boomstamstukken vormen de rand. Die laten we vergaan: een paradijs voor insecten en andere kleine dieren. Met een beetje geluk hoor je hier het geratel van een specht.

Aan het einde van dit pad, op de betonplaten, zie je links de uitgang richting de parkeerplaats, takkenwallen en composthoop met boerenhek. Hier kunnen tuinders hun groenafval kwijt én compost meenemen – gemaakt van datzelfde groenafval van vorig jaar!

📍 Sla rechtsaf en loop langs het Rosarium aan je linkerhand.

Neem gerust de tijd om even rond te kijken. Vroeger was deze tuin strak ingericht met buxusheggetjes en rozen in zwarte aarde. Inmiddels is het een levendig en bloemrijk geheel geworden, met diverse planten die goed zijn voor de bodem én het dierenleven.

Loop richting het zitje met de twee bankjes, achterin het rosarium. Kijk goed: naast dit zitje is een doorgang naar het vogelbos en de takkenwallen, links langs het oude KPN-huisje.

In het vogelbos groeien vlieren, elzen, hazelaars, meidoorns en krentenbomen. In het voorjaar bloeien hier sneeuwklokjes, lenteklokjes en daslook. Bramen en brandnetels groeien over de takkenwallen: perfecte waardplanten voor vlinders zoals de atalanta en de dagpauwoog. Het pad is belegd met houtsnippers. Als je doorloopt, kom je bij een bankje met uitzicht over het water.

📍 Loop verder naar de ingang van de insectentuin.

Hier kwam een oude vijver weer tevoorschijn en werd hersteld. Sindsdien is het een geliefde plek voor de ijsvogel, die hier regelmatig gespot wordt.

De tuin is ingericht met een plaggenwal, zandbiotoop, bessenstruiken, kruiden en meer dan 100 plantensoorten. In 2013 begonnen we hier met een broeihoop voor de ringslang, die we later verder verbeterden. Alles is opgebouwd uit hergebruikt materiaal: van pergola’s tot composthoop. In 2014 werd hier zelfs een bunzing vastgelegd met een nachtcamera!

📍PELIKAANSINGEL – Volg het pad

Als je de tuin uitloopt, zie je links al een deel van de paddenpoel. Sla linksaf en loop erlangs. Ook hier bloeien veel verschillende planten en bloemen.

Direct na de poel zie je een rand waar de grasbodem is afgegraven en verrijkt met zand, om ruimte te maken voor een wilde bloemenrand. Aan de waterkant bloeien kleurrijke lissen.

Vervolg je pad langs het water. De hoge populieren aan de overkant bieden beschutting voor het park. Hierna volgt net voor de bocht naar rechts een border met coniferen en Koreaanse zilversparren. Onder de sparren liggen stapelmuurtjes van boomstammetjes, en de bodem is begroeid met bonte dovenetel en klimop.

Deze borderrand is in de loop der jaren uitgegroeid tot een volwassen rand met bomen, struiken en kruidachtigen – oorspronkelijk aangelegd om geluid van de A2 te dempen. Sommige delen worden onderhouden door tuinders van de tegenoverliggende tuinen.

Onderweg kom je een paar mooie bomen tegen.

Tegenover Pelikaansingel 16 staat een mooie geelbladige Amberboom (Liquidambar styraciflua ‘Aurea’). Deze verkleurt in het najaar naar paars en doet in zijn oorspronkelijke habitat Noord-Amerika mee aan de bekende “Indian Summer ”

Tegenover nummer 15 staat een mooie rode sierappel (Malus toringo ‘Scarlet’) hier zie je ook dat de derde naam iets over zijn uiterlijk zegt, net als de vorige boom. Leuke boom voor een klein tuintje.

Tegenover nummer 11 staat een heel bijzondere boom, de Japanse krentenbrood, (Hovenia dulcis). Deze boom komt oorspronkelijk uit Korea en China, waardoor hij in een andere tijd bloeit dan onze inheemse bomen. Meer in de zomer, net als de Bijenboom. Er komen dan zoete vruchtjes aan die je kan eten. In de gouden eeuw voeren schepen de hele wereld over. Er was altijd een chirurgijn aan boord die ook botanicus was. Die gingen dan in verre oorden aan land als bomenzoeker voor rijke opdrachtgevers. Daar was veel geld mee te verdienen. Ze zijn ook niet allemaal teruggekomen uit de jungle…

Amberboom

Sierappel

Japans krentenbrood

Als u bij de Middensingel uitkomt, kijkt u rechts weer uit over het water.

📍 MIDDENSINGEL – Ga vóór het water rechtsaf.

Aan je rechterhand, bij nummer 4, zie je het eerste groendak van Dijkzicht – goed zichtbaar doordat het dak vrij laag is. Loop verder langs de oever. Ook hier passen we gefaseerd maaien toe: zo krijgen jonge waterdieren beschutting en blijft er jaarrond voedsel en nestgelegenheid.

Bij de overgang naar de Flamingolaan staan een rode meidoorn, een notarisappel en twee sierappels.

📍 FLAMINGOLAANSla linksaf de Flamingolaan in.

Rechts, op de kop van de Boerentuin, staat een openbare boekenkast. De tuin zelf bestaat uit hakselpaden en sierstukken met voornamelijk traditionele boerenplanten. Drie grote treurwilgen en rode Noorse esdoorns domineren het beeld – de wilgen zijn geliefd bij spechten.

📍 BOERENTUIN – Neem een van de hakselpaden in de Boerentuin naar rechts.

Loop door tot aan de ronde bank. Hier kun je oversteken naar het kabouterpad, speciaal aangelegd voor jonge (en oude!) kinderen.

📍 KABOUTERPAD – Volg het pad en ga aan het einde onder de haagbeukpoort door.

Zodra je onder het poortje door bent, sta je voor de natuurlijke oever van de middensingel. De twee verhogingen zijn aangelegd voor de ijsvogel, we hopen dat ze hier gaan nestelen.

📍 MIDDENSINGEL & ZWALUWLAAN – Sla linksaf tot aan de volgende kruising en sla daar linksaf de Zwaluwlaan in

Je loopt langs het speelveld, het terras en de jeu-de-boulesbaan.
In het perk voor de baan staat de Kroningslinde, geplant op 30 april 2013.

📍 TUSSENSINGEL – Ga bij de hoek linksaf de tussensingel op.

Rechts in de border staat een kogelstruik. Aan je linkerhand zie je een kweekkas die we van een tuinder hebben gekregen. Sindsdien wordt hier volop geplant en verkocht. Naast de kas ligt een kweektuin, met achterin een stukje voor verfplanten.

📍 FAZANTENLAAN – Loop langs de kas rechtdoor naar de Fazantenlaan en sla daar rechtsaf.

Aan het einde kom je uit op de Pelikaansingel, bij het eind van de borderrand en het begin van de Wilgenrand.

Aan de overkant van de sloot zie je populieren. Die zijn ooit geplant als ‘wijkers’ om snel een groen beeld om het park te maken, terwijl ertussen ‘blijvers’ van betere maar langzamer groeiende houtsoorten werden geplant, zoals de eik en de es. Na 25 jaar zaag je de populieren weg en de beter boomsoorten vormen dan het groen voor de langere termijn. De ‘wijkers’ zijn uiteindelijk nooit weggehaald. Bomen die doodgingen of het slecht deden, zijn later wel omgezaagd.

Het snoeihout van de wilgen gebruiken we voor afscheidingen, beschoeiing langs de sloot, pergola’s en om hutten te bouwen met kinderen.

Tussen de wilgen staat een lonicerastruik die we als heg knippen.

📍 PELIKAANSINGEL – Volg de Pelikaansingel met de bocht mee

Je komt langs de eetbare tuin, met staketsels waar pompoenen, bonen en tomaten tegenop groeien.

Als je het pad verder volgt, zie je rechts een nephuisje met vogelhokjes in de dakrand.

Even verderop, links naast de ingang, staat een andere stapelmuur. Hier zijn andere planten in verwerkt, én veel meer steen. Onder de haag en tussen de struiken is een schuilplaats voor marters gemaakt, die inmiddels al jaren wordt gebruikt. De stenen zijn zitplekken, de stammetjes vormen een natuurlijke afscheiding. Voor deze stapelmuur is een beschoeiing van wilgentenenbossen aangelegd, met daarover worteldoek om de grond vast te houden.

📍 Einde: HOOFDINGANG – Je bent nu weer terug bij het beginpunt.

Volgende wandeling: bomenwandeling

Natuurwandeling 23 juni 2025